Het Rijk Van de Soldiers
Geschreven door: [player]sanoj nr1[/player]
Begindatum: 22/03/'13
1. We leren de Soldiers kennen
Welkom bij het verhaal van het Rijk Van de Soldiers. Laat me me voorstellen. Ik ben sanoj, wel, ik word ook wel eens 'Leader' genoemd. Ik ben de leider van het volk der Soldiers. Ik laat je even met ze kennismaken:
Soldiers:
Leider: sanoj
Raadgever: Trixan
Strateeg: Frederic
Dit zijn zowat de 3 belangrijkste personages, toch zeker in het begin. Met de rest zal je later wel vanzelf kennismaken.
Dit grote verhaal speelt zich af in de tijd der Grieken, Romeinen, etc. etc.
Veel leesplezier.
Hoofdstuk 1) Ik word herboren
Daar stond hij dan. Sanoj's vader was gisteren gestorven. De arme Fenix was gestorven aan een schorpioenensteek. Erg respectloos, voor een groot man zoals hij. Sanoj was net terug van de begrafenis, zijn moeder was thuis. Hij keek naar de zee. Hij vondt het zoiets mooi, de zee. Het was zo eenvoudig, en tegelijk vol mysteries. Wie weet wat was er wel allemaal in die zee!
'He-hem, Sanoj, jouw beurt', kuchte Trixan. Hij was de raadgever, een wijs man, maar stokoud. Binnenkort zou hij ook sterven, dan zou er iemand anders moeten. Frederic, zijn strateeg, was al niet veel beter. Hij had koorts. Jullie denken nu, och, dat valt wel mee. Nou ja, even terzijde, in de tijd van de Grieken was dat een zeer grote doodsoorzaak.
Ik liep naar het balkon. Daar stond waarschijnlijk al zijn volk te luisteren naar wat hij ging zeggen. Hij hoorde het volk, hoorde zijn naam afroepen en hoorde gejuich. Iedereen was blij, zo leek het wel. Alleen hij niet. Hij stapte op het balkon. Het werd stil. Tot Sanoj zei: 'Beste bevolking van Soldierpolis.', 'Laten we eerst een minuut stilte brengen.'
Niemand had dit verwacht. Iedereen dacht aan wijn, kip, feest! Toch deden ze het, uit respect voor hun oude leider.
Na de minuut sprak Sanoj z'n volk weer:
'Beste Soldiers,
Zoals jullie weten heeft mijn vader deze bende goed bij elkaar gehouden. Echt staan wij nog veel te alleen in deze wereld. We zijn een soort wereldrijk, we bezitten heel Thacië, Berebië en Gogië. Echter, kunnen ze ons zo ook langs alle kanten aanvallen. Niet als we meer bondgenoten hebben. Samen staan we sterker!'
Het volk murmelde, hun vorige leider was vol oorlog en haatte samenwerken. Was dat het juiste? De meesten dachten van wel. Er was 1 klein jongetje, 14 jaar was hij nog maar. Zijn naam? Iünix. Hij dacht er anders over. Deze kleine jongen was de zoon van Trixan. Hij was een geboren diplomaat.
Sanoj vervolge zijn spraakgang:
'Daarom, zal ik 4 mensen aanduiden, die samen met mij naar de Shadows trekken. Verder duid Frederic er nog 5 aan die naar de Swordsouls gaan om te onderhandelen, de meest gevreesde stammen in deze buurt.'
Het volk mompelde nog harder. Niemand wou mee!
Sanoj koos willekeurig: 'mmm... Iünix, jij gaat alvast met mij mee' zei hij tegen Iünix.
Iünix keek bang. Normaal was hij een echte durfal, hij sprong over daken en beken van een meter alsof het een normale voetstap was. Hij schold rustig tegen de lijfwachten en durfde zomaar zonder reden iedereen op de tenen staan.
Sanoj had hem niet willekeurig uitgekozen, hij zei tegen zijn volk:
'Iedereen die ik kies, zal op een held lijken uit een Mythe. Aangezien we op deze tocht ook monsters daaruit gaan vinden, moeten de mensen weten hoe met ze om te gaan. Wie gaat er als eerste mee?'
Het volk bibberde en jammerde.
'Iünix, jij.'
Iemand uit het volk zei: 'Waarom hij? Hij is ocharme 14! En zeg dan eens op welke Mythe-held hij lijkt?' Het was Georges. Een grote herrieschopper, vond zichzelf beter dan de rest, vond zijn spieren zo groot als de berg Olympus, met andere woorden: Een egootje.
Sanoj antwoordde kalm: 'Hij lijkt op Icarus.'
'Ik ken hem helemaal niet', zei Georges 'dus zal hij waarschijnlijk niet veel waard zijn.'
Sanoj voelde zich aangevallen, zeker omdat hij zichzelf ook in Icarus zag.
'Ik zal het jullie vertellen.'
Icarus werd geboren, zijn vader was Daedalus, een heel beroemd architect. Hij bouwde onder andere het labirint van Minos in Knossos. Zijn moeder, is nooit echt duidelijk geweest. Sommigen zeggen dat ze vlak na de bevalling stierf, sommigen zeggen dat ze zich heeft opgehangen, sommigen zeggen dat het een Godin was, en dat Icarus dus een halfbloed was. Icarus was amper 2 maanden, toen Daedalus ging wandelen met een zelf gemaakte houten wiegje. Toen hij even naar een ekster keek, was de kleine Icarus weg. Daedalus zocht zich dood, toch hij Icarus in een boom zag. Hoe de 2 maand oude Icarus erin was gekomen, was niemand bekend.
Icarus groeide op. Hij liep over daken, sprong over sloten van 2 meter, Sliep onder de grond, met andere woorden, hij deed de meest zinloze dingen. Hij was een echte levensgenieter, maar zag de dood niet. Hij sprong van rotsen van 5 meter hoog, en telkens (en af en toe met wat geluk) kwam ie er telkens goed vanaf. Waarom deed die dat? gewoon, het was volkomen zinloos. Hij was het tegenovergestelde van zijn vader, zijn vader was 'Denken-Doen', bij hem was het 'Doen-Nu!'. Toen Icarus 14 was, werd hij verliefd op Ariadne, een dochter van Minos, die Icarus uit haar torentje haalde. Toen de minotaurus werd losgelaten in het labyrint van zijn vader, is Icarus samen met Theseus naar binnen gegaan, en hebben ze de minotaurus gedood. Door Ariadnes rode draad, kon hij de weg terugvinden. Later sloot Minos Icarus en zijn vader gewoon weer op in het labyrint, maar liet de deur dichtmetselen, en Ariadne was trouwens al naar Athene. Tot Icarus op een idee kwam. Hij had altijd al willen vliegen, en zo konden ze uit het labyrint geraken! Daedalus maakte vleugels, maar toen ze over zee waren, kwam Icarus te dicht bij de zon en te dicht bij het water. Zijn vleugels drupten, hij viel, dood op de rotsen. Da was de boete voor zijn onvoorzichtigheid. Hij kon tijdens zijn val nog 1 ding roepen: 'Dààr, wacht ik op Ariadne', die ondertussen van boort was gesprongen van gekte, omdat ze Icarus wilde zien. Ze verdronk.
Iedereen was onder de indruk, zeker Iünix. Alleen George: 'Hij was dus geen held waardig, hij viel toch te pletter.'
De meningen waren verdeeld, sommigen knikten, anderen schudden het hoofd.
'Hij liet zich vallen voor Ariadne, zijn geliefde, het was liefdesverdriet', zei Sanoj.
'Hm... Toch is het geen held.'
'Tja, jij ook niet, hé?'
'Zeker wel. Hij niet. Ik ben meer held dan hij.'
'Waarom is Icarus dan wereldberoemd en jij niet?'
Daar moest George even over nadenken. 'Omdat... Hij de mino doodde.'
'Inderdaad, dus hij was wel degelijk een held, al was het in zijn levensstijl.'
'Verder,' zei Sanoj, 'Wie gaat er nog mee?'
Hij keek even rond. Maar vond niet direct iemand.
'We doen morgen wedstrijden, voor al diegene die mee willen gaan. De winnaars mogen mee. Het zullen 8 kampen worden!'
Er klonk gebrul en gejuich. Sanoj was opgelucht, de meesten waren dus toch vol lof over zijn plan. Goed, zeer goed.
2. Ik heb vrienden
Sanoj lag in zijn bed, hij had een verschrikkelijke nachtmerrie gehad... Hij was samen met Iünix alleen moeten vertrekken, omdat zijn volk niet mee wou gaan. De Shadows hadden eens goed gelachen, en dreigden met zijn dood. Toen werd hij wakker. Hij was trouwens ook alleen, hij miste een warm lichaam naast zich. Hij stond op en keek naar de zon. 7u 's morgens, volgens zijn berekeningen. De deur zwaaide open, verschrikt keek hij. 'Wie is daar?' vroeg hij. Iünix kwam de kamer binnen hollen, hij was lijkbleek. 'Het is... hu, hu, je weet wel, hu, hu.'
'Rustig aan, wat is er?'
'K...K...Ka...Kabouter!'
'Ja, wat is er met hem? Heb je nieuws van hem ontvangen?'
'Ja, hij is terug van zijn missie bij de Conquerors. Hij zei dat ze honger hadden, ze staan allemaal voor onze poorten!'
'In aanvalspositie?'
Iünix dacht na: Nee, eigenlijk niet. Zo scherp was hij niet geweest. Ze stonden er, ja, te staan.
'Zo, dus ze willen iets?'
'Ik...Ik denk het'
'Laat Kabouter tot bij mij komen.'
'Is dat wel zo verstandig?'
'Laat hem gewoon binnen.'
Iünix stormde weg, een paar minuten later kwam hij met Kabouter weer binnen.
'Wat willen jullie, Kabouter?' vroeg Sanoj aan hem.
'Onze oogsten zijn mislukt, de boerderijen staan in brand, de kinderen kunnen niet meer spelen, we hebben hulp nodig!'
'Hm... Hoe lang zijn jullie al onderweg?'
'2 dagen.' zei Kabouter.
'Dan is alles voor jullie verloren.'
'Hoezo dat?'
'Heb je je hele volk bij?'
'Zo'n beetje'
'Dan zal dat nu alles zijn, de rest zal wel zijn omgekomen in de brand.' zei Sanoj kalm.
Kabouter werd lijkbleek, zo had hij er nog niet over nagedacht, wat nu?
'Trek bij ons in.' Zei sanoj, 'We hebben toch nog strijdmachten nodig.'
'M...Meent u dat?'
Kabouter was dolblij, hij ging het direct aan z'n volk vertellen!
De tijd was ondertussen voorbij gevlogen. Iünix kwam binnen, wenend.
'Wat is er?' vroeg Sanoj bezorgt, hij wist namelijk dat Iünix niet zomaar in tranen stond.
'Het zijn Frederic en Trixan...'
'Wat is er met hen?' Sanoj was in alle staten, ze waren beide ziek, dit kon nooit goed zijn.
'Ze zijn beide gestorven, deze nacht.'
Het was een zeer lange tijd stil. Het volk sjouwelde buiten, ze wilden hun leider zien.
Bedroeft kwamen Sanoj en Iünix op het balkon. De Conquerors waren mee op het plein gaan staan, ze hoorden er natuurlijk mee bij.
'We gaan 3 dingen moeten bespreken.', zei Sanoj zo kalm als hij kon.
'1. Trixan en Frederic zijn gestorven. Er zullen vervangers nodig zijn.
2. De Conquerors zijn bij ons getreden, want hun oogst is vervloekt door Hades' spreuk.'
Het volk jammerde, was dit wel goed?
'3. De groepen naar de SwordSouls en de Shadows.'
'Laten we eerst een stilte in acht nemen voor Trixan en Frederic.'
Het was veel langer stil dan 1 minuut, dit was nog nooit gebeurd!
'Dan, de vervangers.'
Iedereen zweeg, iedereen wilde wel de vervanger zijn!
'Iünix, kies ze.'
Iedereen was stomverbaasd. Waarom mocht die snotneus alles beslissen? Ze waren een volwassen volk!
'Euh...', stamelde Iünix.
'De raadgever...', Hij keek in het rond, 'wordt Peltos van de Conquerors.'
Sanoj fronsde. Iemand van de Conquerors? Ze waren hier nog maar een paar uur!
'Voor de strateeg...' ,zei hij 'Kabouter'
Het volk barstte los, die Iünix had gewoon medelijden met de Conquerors! Ze begonnen te protesteren, maar ook al snel ging het lawaai weer liggen.
'Zo zei het.' zei Sanoj. 'En nu dan, de groepen.'
'Samen met mij en Iünix, gaat mee...'
'Sien ttczoersel.' Sien was ongeveer van dezelfde leeftijd als Iünix. Het volk protesteerde, nog zo'n jong kind? Er was wel 1 pluspunt aan sien, ze had een verhaal.
'Leg het dan eens uit!', hier was Georges weer, met een dikke grijns op zijn gezicht. Hij had gisteren alle Mythes gelezen en geleerd, om Sanoj op een fout te betrappen.
'Goed dan. Ik vertel U: De Mythe van Ariadne.'
'Pfff, laat die maar zitten!' Zei Georges snel. 'Die hebben we al gehoord in het verhaal van Icarus. Ze zat opgesloten, Icarus redde haar, ze redde Icarus uit het labyrint, en werd uiteindelijk tireliere. Gaat U alle helden zo kiezen? Allemaal met een dood?'
Het volk was het er mee eens, er klopte iets niet.
'STILTE.' zei Sanoj streng. 'Ik ben gisteren naar het Orakel geweest, en heb haar gesproken.'
'Wat zei ze dan? De missie zal mislukken?' grijnsde Georges, die kennelijk dacht dat hij grappig was.
'Wacht maar af Georges, jouw tijd komt nog.' zei sanoj.
'Wat zei het orakel?', het was Sien, nu was ze wel nieuwsgierig.
'Dit zijn zijn wijze woorden:'
Een gevecht waar de Soldiers strijden,
Zal zich in groepen verspreiden,
2 groepen van telkens 5,
Groepen van échte helden, met een goed lijf,
Zij zullen strijden tot hun dood,
Neem de namen goedgezind,
Door verliefdheid stekeblind,
kies de kerels jong en sterk,
alleen zo, zal de leider buigen.
Het was stil, Liefde? Niemand was hier verliefd.
Iünix begon te blozen, hij hoopte dat Sien het niet zag, natuurlijk, deed ze dat wel. Ze lachte, in stilte, waardoor Iünix liefst weg zou vliegen van geluk. Ja, hij was verliefd.
'Ik weet wie ik kies dus, Georges! Laat dat duidelijk zijn.' zei Sanoj.
'De volgende: Peltos.'
Het volk murmelde, wéér iemand van de Conquerors?
'En da's ook van het Orakel zeker?' spuugde Georges.
'Zeker. Dit is een gevoel dat het Orakel me gaf.' fluisterde sanoj.
'Volgende: Affelayde.'
Affelayde was een jongen, klein, maar zeer slim.
'Voor de 2e groep, geef ik het woord graag aan Kabouter, die deze zal leiden.'
'Wat, ik?'
'Ja, jij, doe maar.'
'Euh, oké. Eerste: ...'
Sanoj onderbrak hem. 'Excuses, Kabouter, ik was iets vergeten.'
'Ja?'
'Affelayde moet met jou mee, bij mij moet Bianca komen.'
Iedereen proestte van het lachen! Bianca was het mooiste meisje van de hele wereld, ook een dochter van Aphroditè. Waarom zou zij mee moeten?
Sanoj dacht in zichzelf: Liefde, ik moest er aan denken van het Orakel...
'Kabouter, ga je gang!'
'Dus... Ik neem mee; Snabbel, Prutius, Affelayde en Place.'
'Dus 4 jongens, 1 meisje?' zei Sanoj.
'Ja, ik ben overtuigd.'
'Goed, dus de groepen:
Sanoj
Sien
Iünix
Bianca
Peltos
en
Kabouter
Affelayde
Place
Prutius
Snabbel'
'Goed, waarde landgenoten.' zei Sanoj met een verbasend krachtige stem.
'Ga slapen, rust uit, morgen vertrekken we. Smidsen, maak wapens, boeren, zorg voor proviand.'
Sien keek achterom, ze keek ineens enorm boos naar Iünix. Hij was niet van het emotionele soort. Hij zou vechten voor haar! En in zichzelf dacht hij: Ik... Zou m'n leven geven...
Ook Sanoj dacht even aan het Orakel. Er waren een paar rare zinnen... De eerste waarom hij Bianca had gekozen, over de liefde. Hij zag haar lopen... 'Even concentreren!' Zei hij luider dan bedoeld was. Bianca was nog wat achter, ze had hem verstaan. 'Wat is er?' vroeg Bianca. 'Niets hoor' antwoordde Sanoj verlegen. Ze liep weg, oef, ze had niets gemerkt. Toch? Dan was er nog de zin over het 'strijden tot de dood', het beviel hem niet. Hij keek naar Iünix, en wist direct wat het Orakel wou bedoelen.